Professionalisme: drijver van kenniswerk
In mijn doorlopende zoektocht naar aspecten van persoonlijk kennismanagement ben ik op zoek naar de drijfveren van professionals om zich ook op als zodanig te gedragen. Onlangs schreef ik daar al over in een boekbespiegeling van het boekje ‘Ontregelen’ van Jos van der Lans. Waarom gedraagt iemand zich zo professioneel als hij of zij doet? Wat is de relatie met kenniswerk?
In mijn eigen werk kom ik dit vraagstuk doorlopend tegen: in projecten, in gedrag van medewerkers, als vraag rondom gewenste output van organisaties, in de discussie over de registratiedwang, etc. Meestal doet de professional het niet goed. Hij levert te weinig output, behandelt zijn klanten niet goed en draagt niet genoeg bij aan de successen van de organisatie. Maar is dat wel zo? Kan dat dan ook anders?
René Jorna, hoogleraar Bedrijfskunde in Groningen, mailde mij naar aanleiding van mijn boekbespiegeling zijn hoofdstuk over de mythe van de manager in het boekje “Mythes in het onderwijs“. Jorna schrijft in zijn hoofdstuk dat de invloed van marktdenken en bureaucratie tot een managementlaag leiden die het professionals in het onderwijs lastig maken datgene te doen waar ze eigenlijk voor bedoeld zijn: kennis overdragen. Grootste probleem is daarbij volgens hem de managementlaag, die het systeem uitvoert en baat heeft bij het in stand houden ervan.
Bijzonder hoogleraar Actief Burgerschap aan de UvA Evelien Tonkens geeft in haar lezing voor de Raad voor het Openbaar Bestuur (Rob) van vorig jaar een breder perspectief op dit fenomeen. Zij brengt dezelfde twee kaders aan, waarin de ontwikkeling van professionals is gekomen, als René Jorna, maar voegt daar een derde logica aan toe: het professionalisme.
Over dit principe, door hem ook wel ‘seculiere roeping‘ genoemd, schreef de Amerikaanse socioloog Eliot Freidson in “Professionalism. The Third Logic“. Onder professionalisme verstaat hij een arbeidstructuur die kwalitatief beheerst wordt door een beroepsgroep en niet, zoals in de markt- of bureaucratische organisaties, door consumenten of managers. Voor een professional betekent service primair dienstbaarheid aan waarden die uitstijgen boven het bedienen van de markt of het verdienen van managers.(Ketelaar, 2006)
Tonkens zet in haar lezing het professionalisme in naast de beide andere (dominante) systemen in de professionele ruimte, zij houdt zelfs een pleidooi voor verdergaande uitwerking ervan. Als de drijfveer van een professional een roeping (of talent) is, die door een systeem onderdrukt of ontwikkeld kan worden, zou het professionalisme ook een grote, positieve verandering kunnen betekenen voor de werkwijze van professionals. Professionele kennis neemt dan als kwalitatieve beheersing van de arbeidstructuur een belangrijke rol in, de rol van en roep om kennismanagement in de sectoren, de organisatie en rond individuele medewerkers zou daarmee toenemen. Niet in het belang van de cijfers, maar in het belang van de professionele ontwikkeling van de branche en de dienstverlening aan burgers. Natuurlijk vraagt dat wel een omwenteling in visie, vertaald in onder meer managementstijl, competenties, structuren en systemen. Maar iedere reis begint met een eerste stap…
Naar mijn idee zou ook meer commerciële omgevingen vanuit de derde logica kunnen worden ingericht. Het zou een mooi alternatief zijn voor, of op zijn minst een mooie spanning kunnen geven op het huidige marktsysteem dat, zoals wij inmiddels in deze crisis hebben kunnen zien, kan leiden tot hebberigheid en onverantwoorde risico’s. Het zou bovendien het werk voor kenniswerkers in die sectoren aantrekkelijker kunnen maken, omdat ze niet alleen worden ingezet ten behoeve van productie, maar meer uiting kunnen geven aan hun ‘seculiere roeping’ als zingeving aan hun werk.
[…] een eerdere post op deze blog schreef ik al over professionalisme, of vakmanschap zo u wil. In het verlengde daarvan vraag ik mij af op welke wijze managers en […]