Publieke ruimte
Vanuit mijn onderzoek naar Persoonlijk Kennismanagement ben ik vooral geïnteresseerd in gedrag van mensen. In een wat meer maatschappelijk context gaat het dan vaak over hun gedrag in de publieke ruimte. Het NRC schrijft daar met enige regelmaat over, interessant was het debat tussen Paul Scheffer en Rudi Visker.
We hebben allemaal te maken met de publieke ruimte, thuis, zodra we de straat op gaan, wanneer we interactie met elkaar op het web hebben. Iedereen kent ook de irritaties. Niet alleen over de politiek,maar ook de kleine irritaties: niet kunnen ritsen op de weg omdat iemand je er niet tussen laat, de harde radio van de buurman in de zomer, die collega die… etc.
Boeiend is ook het einde van het debat, wanneer Visker uitlegt wat hij onder respect verstaat: “Ruimte laten voor verschillen in de publieke ruimte. En dan niet als een uiting van individuen, maar omdat het verschil er mag zijn.”
Juist daar gaat mijn pleidooi in PKM vaak over: de verschillen tussen mensen maken samen leven (en werken) juist interessant. Ik vind daarbij twee dingen relevant: zoals Ken Wilber ergens schrijft zijn grenzen niet alleen afscheidingen, maar juist ook verbindingen. En wanneer we in staat zijn voldoende veiligheid te creëren in de omgang met elkaar, kunnen we het zuivere debat voeren en daarin tot persoonlijke groei komen.
Dat allerlaatste zinnetje vind ik heel raak. Je merkt dat het juist die veiligheid is die op maatschappelijke schaal nu enorm onder druk wordt gezet (onder de noemer vrijheid van meningsuiting) waardoor het publieke debat behoorlijk onzuiver is geworden.
Als manager vind ik het één van de moeilijkste opgaven om de setting op het werk zodanig veilig te maken dat er inderdaad zuiver en op inhoud gedebatteerd kan worden.