Mastering Authentiek Inspireren


Op vrijdag 28 november organiseerde Jan Willem Wolff en ik met ons samenwerkingsverband KennisKwadraat een masterclass Authentiek Inspireren in het Het Witte Kerkje van Gasselte. Overigens een schitterende locatie, deze veertiende eeuwse kerk, waarin liefde en leed van de gemeenschap bijna tastbaar aanwezig is.

Voor ongeveer dertig geinteresseerde relaties sprak ds. Jan Vaessen over zijn visie op authentiek inspireren. Gelardeerd met persoonlijke verhalen wist hij de aanwezigen te boeien met een uitleg over authenticiteit (het zelf-zijn) en inspiratie. Jan gaf aan dat werkelijk inspireren zonder authenticiteit niet werkt, authentictiteit is dan dus een voorwaarde om inspirerend te kunnen zijn. Die authenticiteit zou je kunnen afleiden aan de vormen waarin je als kind speelde: waar speelde je mee, wat fantaseerde je? Wat zegt dat over waar je graag mee bezig bent? In samenspraak met een paar deelnemers kwam de conclusie dat het voor iedereen waardevol is een levenslange zoektocht naar je eigenheid te volgen, die niet alleen leidt tot kunnen inspireren, maar zingeeft aan je leven.

Hoewel Floris Venneman nog jong is, is hij toch al acht jaar succesvol ondernemer in Groningen, onder meer op het gebied van markting en inspiratie. Aan de hand van mooie foto’s gaf hij een razendsnelle interpretatie van inspiratie.

Er ontspon zich een gesprek over de enige groene kikker tussen de grijze kikkers. Wil iedereen zich wel in zo’n positie bevinden? Is iedereen zich bewust van zijn eigen groenheid?

Vervolgens speelde Jan op het kerkorgel een prachtig stuk, geinspireerd op de dansende derwisjen van Rumi. De grondtoon C blijft gedurende het hele stuk aanhouden en staat voor de centrale zuil in de moskee, die op zijn beurt staat voor authenticiteit, legde Jan Vaessen ons uit.

Als laatste mocht ik zelf een uitleg geven over inspiratie. Aan de hand van een klein model met een binnen- en buitencirkel vertelde ik over de hele mens, met een binnenste essentie en een een kring van draken, angsten en belemmerende overtuigingen daar omheen. Mede dankzij mijn opleiding aan de Pulsar Academie raak ik ervan overtuigd dat ieder mens zo is en dat ieders uitdaging is zijn talent of essentie uit te bouwen en meer zicht te krijgen op je angsten en overtuigingen. Met dat beeld in het hoofd, keken we naar een speech uit de film Glenngarry Glen Ross.

Mijn vraag was of de deelnemers dit een insprirerende speech vinden, onze conclusie was dat dit soort gedrag nog veel te vaak voorkomt. Natuurlijk wordt door Alec Baldwin ingespeeld op de angsten van de medewerkers van het kantoor in de film, vraag uit het publiek was of deze mensen niet voor hun eigen groene kikker zouden moeten gaan en het bedrijf verlaten. Natuurlijk is dit niet altijd voor iedereen even makkelijk, veel mensen laten zich ‘chanteren’door hun eigen context: kinderen, hypotheek, relatie, status, etc.

Als aflsuiting laat ik een video zien van een man, die meedoet aan de Engelse Idols, hij doet iets in mobiele telefonie en heeft een passie voor zingen…

Gelukkig zijn veel mensen net zo onder de indruk van dit filmpje, dat mij ook nu weer emotioneert. Met een kleine (groene) kikker in mijn keel hebben we het over Paul’s authenticiteit: is het zijn techniek, de kloof tussen kunnen en afkomst, tussen fysiek beeld en stem? Of gaat het over dat moment waarop je zijn blik ziet veranderen van onzekerheid naar volledig opgaan in zijn passie? Of in authentiek inspireren een integraal beeld?

Jan Willem, die het proces van de middag uitstekend heeft begeleid, vat de dag nog eens voor ons samen en bedankt sprekers en aanwezigen. Op deze late vrijdagmiddag is er nog veel na te bespreken, iedereen geniet nog even na onder genot van een drankje. Een bijzondere dag vindt zijn einde als de duisternis is ingevallen….

Motieven


Hoewel ik nog maar net ben begonnen in het boek Nachttrein naar Lissabon van Pascal Mercier (pseudoniem van de Duitse hoogleraar filosofie Peter Bieri), ben ik getroffen door een passage, waarin hoofdpersoon en arts Prado reflecteert op zijn beslissing om de Mendes, de Slager van Lissabon uit de dictatuur van Salazar, het leven te redden. De vragen die Mercier Prado laat stellen gaan over zijn motieven om de reddende actie uit te voeren.

Natuurlijk is de eerste gedachte, en ook het excuus van Prado naar de woedende Portugezen, dat hij zich aan zijn Eed van Hippocrates heeft gehouden. Maar zelf twijfelt hij daaraan, vraagt zich af of het een echt wilsbesluit is geweest om deze man te redden, of dat het ijdelheid is geweest om te laten zien wat voor goede arts hij eigenlijk is.

In de zoektocht op dit blog naar Persoonlijk Kennismanagement vond ik deze passage erg interessant waar het gaat om de motieven van professionals. Natuurlijk is het voorbeeld van Mercier een voorbeeld in extreme omstandigheden, maar ik raak meer en meer geïnteresseerd in de motieven van professionals om hun werk te doen én op een bepaalde manier te doen.

Vaak vraag ik mij af of professionals zich zo bewust zijn van hun motieven, of ze echt bezig zijn met zingevingvraagstukken waar het hun werk betreft. Hoevaak handel je als professional vanuit een zuiver wilsbesluit? Wie handelt nooit eens uit ambitie? Ben je je altijd bewust van hetgeen je professioneel wilt bereiken in je leven, of zijn gedragsregels bepalend voor het handelen? Ik ga op zoek, neem de Nachttrein zo u wilt… en ben erg nieuwsgierig naar reacties.

Hoe word je een lifehacker?

Op 17 april jl. woonde ik samen met een aantal collega’s van Ordina de Lifehacking Academy in Amsterdam bij. Dit evenement is een dag vol workshops, unconferences en een netwerkborrel. Allemaal erg inspirerend vormgegeven door onder meer de mensen achter de blog Lifehacking.nl, die ook gekoppeld is aan nu.nl.


Lifehacking volgens…. from Daniel van den Berg on Vimeo

Op deze derde editie van het evenement was, de onder lifehackers bekende, Gina Trapani de belangrijkste spreekster. Zij is webontwikkelaar, schrijft technische artikelen en geeft workshops en lezingen over lifehacking. Gina heeft twee boeken geschreven gebaseerd op de artikelen van het door haar opgerichte Lifehacker.com (één van de meest bezochte weblogs ter wereld met vijftien miljoen bezoekers per maand): ‘Lifehacker: 88 Tech Tricks to Turbocharge Your Day’ en ‘Upgrade Your Life: The Lifehacker Guide to Working Smarter, Faster, Better’. Dit laatste boek komt in het najaar uit in het Nederlands, bij uitgeverij Bruna.


Gina Trapani from Daniel van den Berg on Vimeo

Ik besloot deze dag te onderzoeken op welke manier lifehacking een plek zou kunnen krijgen in mijn wereldje van digitaal werken bij de overheid. Binnen onze marktgroep Digitaal Werken van Ordina Public Management Consulting hebben wij een visie en model ontwikkeld voor digitaal werken in de publieke sector, waarbij waardecreatie voor de organisatie door digitaal werken steunt op twee pijlers: aan de ene kant de digitalisering van processen, wat zich kenmerkt door thema’s als proces-, workflow- en documentmanagement, kostenbeheersing, efficiency, terwijl de andere pijler zich richt op het ondersteunen van professionals, met als thema’s (persoonlijk) kennismanagement en toepassing van technologie, zoals contentmanagement en webtechnologie (wiki’s, tagging, etc.). Beide pijlers zijn sterk intern gefocust, maar in de interactie met burgers, klanten en ketenpartners vinden de toepassingen hun business case.

Het uitdagende van lifehacking is voor mij dat dit een perspectief biedt op het organiseren van de tweede pijler, gericht op kennismanagement binnen de publieke sector. Lifehacking biedt hulp bij het beter zoeken, selecteren, creëren en verspreiden van kennis, zodat het leven van professionals (ik schreef over Professional 2.0 een artikel in IK Magazine, p. 8) in de publieke sector boeiender kan worden. Natuurlijk lees ik ook op blogs zoals Ambtenaar 2.0 dat op dat vlak van alles gebeurt, maar de meeste van onze projecten hebben toch (nog) betrekking op digitalisering van procesondersteuning (workflow- & documentmanagement), gericht op kostenbesparing.

Op 17 juni is de Lifehacking Academy in Groningen, er wordt gefluisterd dat daar het eerste Nederlandse Lifehacking boek zal worden gepresenteerd…

Publieke ruimte

Vanuit mijn onderzoek naar Persoonlijk Kennismanagement ben ik vooral geïnteresseerd in gedrag van mensen. In een wat meer maatschappelijk context gaat het dan vaak over hun gedrag in de publieke ruimte. Het NRC schrijft daar met enige regelmaat over, interessant was het debat tussen Paul Scheffer en Rudi Visker.

We hebben allemaal te maken met de publieke ruimte, thuis, zodra we de straat op gaan, wanneer we interactie met elkaar op het web hebben. Iedereen kent ook de irritaties. Niet alleen over de politiek,maar ook de kleine irritaties: niet kunnen ritsen op de weg omdat iemand je er niet tussen laat, de harde radio van de buurman in de zomer, die collega die… etc.

Boeiend is ook het einde van het debat, wanneer Visker uitlegt wat hij onder respect verstaat: “Ruimte laten voor verschillen in de publieke ruimte. En dan niet als een uiting van individuen, maar omdat het verschil er mag zijn.”

Juist daar gaat mijn pleidooi in PKM vaak over: de verschillen tussen mensen maken samen leven (en werken) juist interessant. Ik vind daarbij twee dingen relevant: zoals Ken Wilber ergens schrijft zijn grenzen niet alleen afscheidingen, maar juist ook verbindingen. En wanneer we in staat zijn voldoende veiligheid te creëren in de omgang met elkaar, kunnen we het zuivere debat voeren en daarin tot persoonlijke groei komen.

In vertrouwen


De afgelopen weken stonden in het teken van het herstel van een relatie met de leverancier in het programma waar ik aan werk. In de afgelopen tijd had mijn opdrachtgever het vertrouwen in deze organisatie opgezegd en mij gevraagd te onderzoeken of de relatie nog te herstellen was. Samen kwamen we tot drie opdrachten waarin we elkaar zouden laten zien dat er nog een basis was om op door te werken.

Het meest bijzondere moment vond ik een vergadering waarin we met een aantal mensen van zowel leverancier als klantorganisatie een inhoudelijk probleem in een opdracht verder zouden uitdiepen. In de weken ervoor waren we moeizaam tot voortgang gekomen, omdat we steeds uitgingen van het feit dat de relatie verstoord was.

Ik kwam die ochtend net uit een weekend van de Pulsar Academie bij De Voorde dat ging over Vertrouwen. Ik besloot die ochtend deze sessie in die geest in te zetten en de deelnemers uit te dagen de bespreking vanuit vertrouwen in hunzelf, elkaar en het proces in te gaan. Een spannend moment om zo dicht op mijn eigen gevoel in te steken, maar het resultaat was super! Nog niet eerder werkten wij zo geïnspireerd met elkaar samen.

Met de account director van de leverancier heb ik daar natuurlijk nog even over nagepraat. Ik heb hem gesuggereerd dat het hebben van een probleem niet erg is, wanneer je er vanuit durft te gaan dat je uiteindelijk wilt samenwerken. De energie die het probleem oproept kan in dat vertrouwen uitstekend worden aangewend om tot nieuwe creatieve inzichten te komen. Kort tijd later is de relatie tussen leverancier en klantorganisatie formeel hersteld.

Natuurlijk hebben ook de gezamenlijke commerciële en inhoudelijke inspanningen aan de nieuwe, positieve situatie bijgedragen, maar het was opvallend hoe een andere energie een moeizaam proces zo vlot kan trekken.

We Feel Fine!

Via collega Martin Misseyer werd ik geattendeerd op onderstaand filmpje van Jonathan Harris, die een spreker was op TED.

Jonathan Harris wil zicht krijgen op de enorme diepte van het internet, één van zijn projecten is zijn project We Feel Fine (let op: bekijken van We Feel Fine vereist Java). Hoewel veel mensen het beschouwen als een ‘ordinaire’ zoekmachine, is We Feel Fine veel meer een kunstwerk.

In de missie van het project wordt duidelijk omschreven wat het eigenlijk is:

“Since August 2005, We Feel Fine has been harvesting human feelings from a large number of weblogs. Every few minutes, the system searches the world’s newly posted blog entries for occurrences of the phrases “I feel” and “I am feeling”. When it finds such a phrase, it records the full sentence, up to the period, and identifies the “feeling” expressed in that sentence (e.g. sad, happy, depressed, etc.). Because blogs are structured in largely standard ways, the age, gender, and geographical location of the author can often be extracted and saved along with the sentence, as can the local weather conditions at the time the sentence was written. All of this information is saved.

The result is a database of several million human feelings, increasing by 15,000 – 20,000 new feelings per day. Using a series of playful interfaces, the feelings can be searched and sorted across a number of demographic slices, offering responses to specific questions like: do Europeans feel sad more often than Americans? Do women feel fat more often than men? […] And so on.

The interface to this data is a self-organizing particle system, where each particle represents a single feeling posted by a single individual. The particles’ properties – color, size, shape, opacity – indicate the nature of the feeling inside, and any particle can be clicked to reveal the full sentence or photograph it contains. The particles careen wildly around the screen until asked to self-organize along any number of axes, expressing various pictures of human emotion. We Feel Fine paints these pictures in six formal movements titled: Madness, Murmurs, Montage, Mobs, Metrics, and Mounds.

At its core, We Feel Fine is an artwork authored by everyone. It will grow and change as we grow and change, reflecting what’s on our blogs, what’s in our hearts, what’s in our minds. We hope it makes the world seem a little smaller, and we hope it helps people see beauty in the everyday ups and downs of life.”

Een paar minuten kijken en klikken geeft een prachtig zicht op emotie in de virtuele wereld. Het maakte mij duidelijk waarom web 2.0 wél kans van slagen heeft, waarom het populair is en waarom het door zal gaan: nieuwe toepassingen maken het mogelijk te communiceren met echte mensen, die hun eigen emoties tonen en achter al die gepubliceerde sites, postings, filmpjes, foto’s, etc. zitten. Wat een mooie wereld in de ‘ups’ and ‘downs’ van iedere dag!

Spontane ‘unconference’ @ NVB 2.0

Als dagvoorzitter op een congres, word je gelukkig ook nog wel eens geconfronteerd met zaken die niet lopen zoals ze gepland waren. Los van technische problemen (onwillige presentaties en beamers), komt er zo nu en dan ook wel eens een spreker niet opdagen: een conferentie blijft mensenwerk, vergissen is menselijk. Zo ook op het NVB Jaarcongres 2007.

Toen ik begreep dat een spreker niet zou komen (na een paar minuten maar eens de organisatie gebeld, die ook weer gingen bellen, geen resultaat), realiseerde ik mij dat er ongeveer zestig mensen in de zaal zaten te wachten, maar ook dat we een podium hadden met scherm, beamer, laptop en internetverbinding: dat bood kansen! Ik heb de aanwezigen gevraagd of ze naar een andere sessie wilden gaan, of dat ze wilden blijven en dat wij er een gezamenlijke sessie van zouden maken. Mijn voorstel was dat wij elkaar in een half uurtje de leukste, beste, interessantste Web 2.0 sites zouden presenteren, op het podium met groot scherm. De meeste mensen bleven zitten…

Om wat mogelijke verlegenheid weg te nemen, trapte ik zelf de spontane ‘unconference‘ af met Pipl, een ‘mensenzoeksite’ (waar we de naam van de afwezige spreker hebben gebruikt als voorbeeld ;-)), waarbij ik een toelichting heb gegeven over publiceren op het web, googlen door managers en HRM, privacy, etc. Aanwezige studenten van de opleiding IDM van de Hanzehogeschool, onder meer Walter Vos en Inge Ridderinkhof, hebben ook een aantal sites laten zien, waaronder door hen ingerichte en gebruikte projectwiki’s, maar ook het gebruik van netvibes en del.icio.us haalden het podium. Ook enkele suggesties uit de zaal hebben we bekeken, waaronder (uiteraard) librarything.nl.

Gaandeweg de presentaties van de sites, heb ik getracht waarde toe te voegen aan de ‘site-beleving’ door nog korte toelichtingen te geven op businessmodellen van Web 2.0, zoals de The Long Tail van Anderson, om te laten zien dat veel Web 2.0 toepassingen uiteindelijk gericht zijn op het genereren van omzet van adverteerders of toeleiden naar kennis en informatie in niches.

Achteraf vonden veel mensen het een erg leuke, leerzame en spontane invulling, met dank aan de aanwezigen in het algemeen en de studenten uit Groningen in het bijzonder. Meer ‘unconferences’ in het vervolg?

Web 2.0 in het MKB?

Afgelopen donderdag verzorgde ik samen met Schelte Meinsma van Bekent Internet Marketing en Ramon Pruisscher van DMA Studios een middag voor zo’n 15 adviseurs van Syntens in Noord-Nederland. Waar ik mocht aftrappen met een presentatie over Web 2.0 in een maatschappelijk perspectief, historie en modellen, ging Schelte meer in op de praktische kant van Web 2.0 als kanaal voor marketingactiviteiten. DMA Studios verzorgde als laatste een presentatie van streaming video op het Groningen eiland in Second Life.

Als aftrap vroeg ik de aanwezige adviseurs hoeveel van hen een profiel hebben aangemaakt in LinkedIn. Een handjevol stak zijn hand op. Op mijn vervolgvraag hoeveel van deze dan dat netwerk actief gebruikt ten behoeve van het werk viel het stil. Ik probeerde het opnieuw met zo’n vraag over Hyves. Vrijwel niemand had hierin een profiel, een aantal mensen kende het van hun kinderen.

Als je, zoals ik, veel bezig bent met lezen, denken en doen met betrekking tot Web 2.0, ga je op een zeker moment denken dat iedereen snapt wat het is, hoe het werkt en wat het kan doen. Een sessie als deze zet je dan weer even terug op aarde.

Ik heb mij afgevraagd of je van deze adviseurs mag verwachten dat zij vanuit hun functie al meer ingevoerd hadden mogen zijn. Ik denk dat als je ondernemers wilt helpen te innoveren, ze wilt doorverwijzen naar kennisinstellingen en commerciële aanbieders, je best mag verwachten dat deze adviseurs een brede interesse hebben en zelfs experimenteren met Web 2.0. Vanuit dat perspectief was het kennisniveau teleurstellend, zeker als je je verhaal wilt toetsen en je ziet voornamelijk blanco gezichten in de zaal.

Maar goed, na nog een keer te hebben nagedacht, mag ik ook concluderen dat deze 15 mensen allemaal een middag zijn bijgepraat over nieuwe ontwikkelingen op het Internet en het belang daarvan voor ondernemers in het MKB. Ze hebben de moeite genomen om tijd op te offeren om eens te onderzoeken wat Web 2.0 voor henzelf én hun relaties zou kunnen betekenen.

Onze belangrijkste conclusie daarbij was dat je in het MKB óf zelf een internetondernemer bent, die producten en/of diensten in Web 2.0 aanbiedt, óf je maakt andere producten en/of diensten en je gebruikt het web om consumenten of ketenpartners om jouw diensten sneller te kunnen vinden en beoordelen. User Generated Content, tagging en social networks zijn voor het MKB nieuwe communicatiekanalen, waarvoor de budgetten nog achterblijven bij het relatieve (stijgende) belang en gebruik van dit kanaal ten opzichte van televisie en radio. Er is in deze tak nog veel missionariswerk te verrichten!

Informal Learning in 10 Minuten

In het laatste nummer van IK Magazine, heb ik een recensie gepubliceerd over het het boek Informal Learning van Jay Cross (lees het tweede hoofdstuk over leren hier). In dit boek wordt niet alleen duidelijk dat in een moderne, dynamische organisatie leren anders georganiseerd moet worden dan in ’traditionele’ organisaties, maar ook hoe dit kan worden opgepakt. Verrassend vond ik dat de schrijver nu eens niet alleen inzoomt op het gebruik van digitale hulpmiddelen, maar ook kijkt naar vormgeving van het fysieke kantoor, attitude van medewerkers, etc. In onderstaande video legt Jay het concept van Informal Learning in 10 minuten uit.

Publiceren op het Web: vakmanschap of meesterschap?

Met enige verbazing heb ik mij de laatste tijd verdiept in het fenomeen weblogs. Ik werd daarbij getriggerd door twee gebeurtenissen: enerzijds merkte Schelte Meinsma op dat ik al enige tijd niets gepubliceerd had op mijn weblog, anderzijds werd ik geconfronteerd met reacties (hier en hier) in diverse weblogs op een congres waar ik aan heb deelgenomen over Digitale Bibliotheken, georganiseerd door Essentials.

Op Schelte reageerde ik met de grap dat ik ook even niets te melden heb en dat het wat mij betreft beter is niets te publiceren, dan te publiceren óm te publiceren. Ik vind het eigenlijk alleen aardig eigen spinsels te publiceren, al dan niet voorzien van relevante links ter onderbouwing of illustratie van mijn eigen verhaal.

De reacties van diverse deelnemers aan het congres vond ik schokkender. In eerste instantie dacht ik dat ik mij aangesproken voelde over de kwaliteit van het congres (en het bijbehorende boekje) en dat mijn ergernis daaruit voort kwam. Een secundaire reactie ligt dichter bij de waarheid: uit mijn analyse van de reacties bleek niet alleen dat sommige onwaar zijn, maar ook dat er sprake is van herhaling van zetten of een re-actieve houding. Maar ik wil dit stukje niet toespritsen op deze groep: ik heb het gevoel dat de meeste bloggers nauwelijks oorspronkelijke ideeën voor en/of structurele toevoegingen aan een discussie hebben, of zij publiceren deze vaak niet op het web.

Het lijkt erop dat Kevin Allison in 2005 gelijk had toen hij in een artikel in Financial Times zei: “Bloggers are an anti-establishment lot, and messages from big business are automatically suspect”. De reactieve houding die bloggers vanuit die rol veelal aannemen draagt natuurlijk zelden bij aan gesprek of zelfs innovatie, maar creeert eerder een hoge mate van onveiligheid in een ‘community’. Hierdoor slaan discussies dood, smoren ideeën in de kiem, durven mensen geen initiatief meer te nemen, etc.

Natuurlijk willen de meeste bloggers ook graag hoge scores op zoekmachines, bekend worden in een vakgebied, laten weten dat ze ook iets te melden hebben of hebben ze andere redenen om te publiceren. Maar weet de gemiddelde blogger ook hoe hij wil communiceren, met wie en op welke manier? Een suggestie van Tijn Touber in Ode geeft aanwijzingen voor andere manieren van communiceren dan die nu op de meeste blogs worden gebruikt. Ik gebruik deze verwijzing nu als een uitnodiging aan webloggers om constructief te communiceren, te laten zien dat zij in hun vakmanschap nieuwe tools gebruiken om hun meesterschap onder de knie te krijgen.

Zoals u weet, maak ik mij in artikelen en op dit weblog sterk voor een nieuwe economie, gebaseerd op elementen als het web, kennis, lol, samenwerken en prestatie met als belangrijke voorwaarden: veiligheid en vertrouwen. Ik stel daarin het individu centraal, waarbij ik er ook van uitga dat een professional wil werken aan zijn (of haar) eigen kennis en ontwikkeling, verantwoordelijkheid wil nemen voor het eigen werk, een sociaal netwerk wil onderhouden en zijn of haar kennis wil delen, zodat iedereen tot professionele (en persoonlijke) groei kan komen. De katalysator van dit proces is (de kwaliteit van) communicatie, ook in weblogs. Vakmanschap is meesterschap!

« Vorige paginaVolgende pagina »