Wisdom of Crows

In het laatste nummer van Intellectueel Kapitaal (IK) is mijn artikel ‘Wisdom of Crows‘ gepubliceerd, dat gaat over mijn ervaring met het starten van een item in Wikipedia over Persoonlijk Kennismanagement.

Hoewel mijn artikel voornamelijk gaat over de wijsheid van de menigte, die vooral op het toepassen van procedures lijkt te liggen, gaan de reacties vooral over het door mij verkeerd geciteerde onderzoek van Nature naar het verschil tussen Wikipedia en Encyclopedia Britannica. In mijn artikel schrijf ik dat volgens Nature Wikipedia nauwkeuriger is dan de Britannica, wat niet waar is.

In het onderzoek, waar overigens veel kritiek op is, blijkt eigenlijk dat de beide naslagwerken elkaar niet veel toegeven. Zo zien we maar dat het publiveren van een artikel in een ’traditioneel’ tijdschrift beter werkt om mijn kennis aan te scherpen, dan het publiceren in een digitale bron. Zou de meerwaarde van van de uitgever zijn dat mensen de informatie in een tijdschrift selectiever en beter lezen dan de bronnen op het Net?

Mijn dank voor uw reacties op het artikel en mijn excuses voor het verkeerde citaat.

Werken aan Intelligence

Gisterenmiddag bezocht ik een seminar “Ongestructureerde informatie spreekt ook boekdelen” in Groningen, georganiseerd door het lectoraat Business Intelligence Hanzehogeschool en de BI Kring.

Startend met een mooie metafoor, drie sprekers die tegelijk hun presentatie startten, werd gaandeweg de dag duidelijk wat de stand van zaken is op het gebied van informatie en kennis genereren uit de hoeveelheid data die dagelijks over ons wordt uitgestort. Lector Andries Bottema liet weten dat BI misschien niet alleen meer over rapportages uit ERP-systemen gaat, maar inmiddels ook over kennismanagement en textmining.

Onze nationale retrievalgoeroe Eric Sieverts hield een boeiende presentatie over Google. Hij presenteerde 10 redenen waarom Google wel de juiste zoekmachine is, maar gelukkig ging hij met 10 redenen waarom niet, niet voorbij aan de mindere kanten van deze zoekgigant. Wat ik op zich jammer vond was dat Eric wel in ging op ontwikkelingen rond Web 2.0, maar (nog?) geen bespiegeling gaf over social networks, tagging, etc. als oplossingen voor het toegankelijk maken van de enorme hoeveelheid informatie op Internet. Ik was wel benieuwd geweest naar zijn ideeën over dit soort toepassingen in relatie tot de meer wetenschappelijke benadering van search & retrieval.

Een ander interessant onderdeel van het plenaire programma was de presentatie van de corporate BI-manager van Friesland Foods, Egbert Philips. Omdat zijn presentatie vooral over het door deze organisatie ingerichte proces ging, en niet over de inhoud, maakte dit mij (opnieuw) duidelijk dat BI vooral gaat over onzekerheidreductie op (meestal) strategisch niveau. Door de uiteenzetting van Astragy over het systeem dat zij bij Friesland Foods hebben geïmplementeerd, werd mij ook duidelijk dat dit proces inrichten en onderhouden organisaties erg veel geld kost. Zou iemand wel eens hebben onderzocht welke waarde managers aan de BI-analyses hechten, hoe zij ermee omgaan en wat dus het rendement op dergelijke investeringen is? Of zouden managers uiteindelijk deze analyses laten reageren met hun persoonlijke kennis van zaken en dan hun ‘onderbuikgevoel’ laten spreken? Jammer dat dit in geen van de presentaties aan de orde kwam, we kregen vooral eigen best practices voorgeschoteld.

Na een pauze waren er een aantal rondes met parallelsessies waarin verschillende bedrijven hun product of visie op ontwikkelingen konden laten zien. het werd mij al snel duidelijk dat de meeste systemen nieuwe termen hebben verbonden aan bestaande retrievaltechnieken, die veelal (denk aan thesauri, full text zoeken, etc.)al jaren in de bibliotheekwereld worden gebruikt. Een ware retrieval revival dus, waar het gaat om BI technologie. Overigens leidt koppeling van verschillende technieken bij een aantal aanbieders wel tot hightech oplossingen voor kennis- en informatieuitwisseling in organisaties, waarbij het koppelen van kennis in en van mensen niet wordt vergeten!

Aardig was ook de afsluiting met elevatorpitches van en discussie met de verschillende sprekers en presentatoren, waarbij ook Tata Consultancy Services hun SOLAR Framework opnieuw mochten presenteren. De verwachting van de sprekers is dat het proces van BI betreffende textmining, analyse en competitive intelligence de komende vijf jaar tot een groeimarkt wordt.

Na alle presentaties nog eens te hebben overdacht, vraag ik mij af of organisaties dit soort processen voornamelijk inrichten vanuit wantrouwen en drang naar beheersing? Beheersing van de omgeving, wantrouwen naar eigen intuitie en kracht, interne beheersing, etc.? Wat zou er toch gebeuren als het zou gaan om vertrouwen en geloof in elkaars kennis en kunde? Zouden al die investeringen dan niet in systemen, processen en procedures gedaan worden, maar in (persoonlijke) ontwikkeling en in- en externe relaties? Wat voor rendement zou dat dan opleveren? Wat een wereld….

Presentatie Web 2.0

Gisteren heb ik, zoals via Twitter te lezen was, een inleidende presentatie voor collega’s gegeven over Web 2.0. Een spannende ervaring, want hoewel ik wel eens vaker een presentatie of training geef, blijkt telkens dat een groep die dichterbij mij staat ook spannender voor mij is. Interessant gegeven om nog eens over na te denken…

De presentatie verliep uiteindelijk best goed. Na een korte uiteenzetting over de verschillen tussen Web 1.0 en Web 2.0, heb ik een aantal voorbeelden gegeven van toepassingen die typisch zijn voor Web 2.0, zoals: del.icio.us , Netvibes , LinkedIn en LibraryThing . De meeste van deze toepassingen bleken onbekend, hoewel een aantal mensen wel in LinkedIn bleken mee te doen. Hoewel deze toepassingen een goede illustratie zijn, is iedereen steeds dol op het filmpje The Machine is Us/ing Us, zoals te zien op YouTube. Een snellere en betere uitleg van Web 2.0 is haast niet mogelijk.

Als commentaar op deze ontwikkeling werd ingebracht dat mensen steeds minder persoonlijk met elkaar te lijken communiceren, maar steeds vaker en meer via nieuwe hulpmiddelen. De vraag was ook wie er nu eigenlijk zit te wachten op al die gepubliceerde content in weblogs (zoals deze) en social networks?

De presentatie ging verder met een aantal ontwikkelingen zoals die in artikelen en boeken zijn te lezen: The Long Tail van Chris Anderson, Wisdom of Crowds van James Surowiecki en The Wealth of Networks van Yochai Benkler.

Met name The Long Tail maakte duidelijk dat Web 2.0 heel erg gaat over het beschikbaar maken van grote hoeveelheden digitale content en toepassingen die toegang bieden tot die content. Verrijking (tagging, reviews, etc.)door gebruikers (in sociale netwerken) maakt het mogelijk de content in niches ook vindbaar te maken voor geïnteresseerden (en eventueel te verkopen).

Hoewel de tijd het niet meer toeliet, kwamen we met elkaar ook nog even op het nut van dit soort toepassingen voor de overheid of andere publiek-maatschappelijke toepssing. Los van politici op Hyves en andere toepassingen van Personal Branding, passeerden ook ideeen over het toevoegen van user generated content aan GIS-systemen, erfgoedinformatie en systemen voor openbare veiligheid.

De conclusie van de avond was duidelijk: er is steeds meer informatie beschikbaar, steeds meer mensen publiceren en delen hun kennis, waardoor het steeds zinvoller wordt om je af te vragen wat je precies wilt vertellen, maar zeker ook wat je aan kennis en informatie tot je wilt (en kunt) nemen. Het toverwoord is focus, focus op de zaken die er voor jou werkelijk toe doen.

Knowledge Management 2.0

Na het lezen van een aantal boeken, zoals Schitterend Organiseren (lees mijn boekrecensie hier), De Intensieve Menshouderij, maar ook een aantal blogs over netwerken en life hacking, kwam ik op het idee dat bedrijven en instellingen meer zouden moeten gaan investeren in het beheer van de persoonlijke kennis van hun medewerkers.

Kennismanagement is, mijns inziens, nu nog vooral gericht op het generieke in organisaties, waardoor kenniswerkers zich met name bezighouden met het in stand houden van organisatiebrede systemen en procedures. Ik denk dat de innovatiekracht van organisaties wordt gevoed door de individuele kennis van de medewerkers, die hun unieke positie te opzichte van collega’s bepaald. Immers, de meeste collega’s hebben vergelijkbare opleidingen en ervaring en maken gebruik van dezelfde informatiebasis.

Het onderscheid wordt gemaakt door de kennis die het individu heeft: welke programma’s kijkt hij (of zij), welke artikelen leest hij, wie kent hij en hoe voelt hij zich? Het verbinden van informatie en persoonlijke aspecten aan de organisatie én deze ermee laten reageren maakt dat ieder individu van groot belang is voor de innovatieve kracht van een organisatie of instelling.

Een eerste aanzet tot discussie en gesprek hierover heb ik gedaan in een artikel in IK Magazine, dat gepubliceerd is in februari 2007 (lees hier).

« Vorige pagina